Ik wil blijven wie ik ben.

 

ìBent u toch naar de praktijk gekomen?î, vraag ik als ik mevrouw Visser binnen laat. ìJa dokter, ik weet dat de verpleegkundige ook thuis langs kan komen, maar ik wil u zo nu en dan graag zelf zien. En ik weet, u heeft het altijd druk. Ik kan het niet over mijn hart krijgen u dat hele stuk te laten rijden. U kunt uw tijd wel beter gebruiken. Bovendien is het mooi weer. Mijn nichtje heeft me voor de deur af gezet, en zo dadelijk loop ik op mijn gemak naar de bushalte. De lente is vroeg dit jaar, ik geniet als ik naar het bottende groen kijk!î Al pratende is mevrouw Visser naar de stoel in mijn spreekkamer gelopen. Als ze gaat zitten valt haar stok om. Ik pak ëm op. ìTja, dat gebeurt me wel meerî, zegt ze. ìSinds ik afhankelijk ben van hulpmiddelen word ik wel met mijn neus op de feiten gedrukt. Zonder stok of rollator kan ik niet meer lopen. Ik heb een moeilijke knie, dat weet u. De artrose plaagt me al jaren. Toch loop ik als het even kan van mijn huis met de rollator naar het winkelcentrum bij ons in de buurt. Ze zijn het prachtig aan het verbouwen. Allemaal nieuwe winkels. Maar weet u wat ik mis? Een bankje bij de slager of de kaasboer. Ik kan natuurlijk op mijn rollator gaan zitten, maar dat vind ik te gevaarlijk. Daar rust ik niet echt op uit. Mijn dochter zegt dan: îMa, je wilt nog zo veel!î Dat is waar, ik wil graag zelfstandig blijven, al ben ik dit jaar al vijf en tachtigî  Ik bewonder de onafhankelijke houding van mevrouw Visser. Het is een leuke dame, we kennen elkaar al zo lang. Het ziekbed van haar man heb ik begeleid. Dat heeft tussen ons een aparte band gegeven. Toen ze tachtig werd stuurde ze me een kaartje voor de receptie. Ik was in dubio, maar ben toch tijdens het visite rijden gaan feliciteren. Ze straalde. ìZo dokter, dan kunt u eindelijk mijn kinderen zien, over wie ik u altijd vertel. Dit is mijn zoon, en dat is mijn oudste dochter. En die blonde jongen is Kees-Jan, mijn kleinzoon. Ik gaf een hand en maakte een praatje. Al met al was ik een kwartiertje bij haar. Maar ze stelde het hogelijk op prijs. ìWat fijn dat u de tijd genomen heeft om langs te komen. Nu hebben ze u gezien, en u weet hoe mijn familie eruit ziet!î Waarom is het zo belangrijk dat ik dat weet? Vroeger was de huisarts vanzelfsprekend de gezinsarts. Doordat  de kinderen dikwijls in de buurt van het ouderlijk huis bleven wonen gingen ze ook niet uit de praktijk. Dat is veranderd. Nu zoeken ze een nieuwe huisarts in de buurt van hun woning. Voor de ouders, die in de praktijk wonen is de huisarts vaak degene, met wie ze de familie omstandigheden bespreken. De dominee en pastoor staan verder weg, soms hebben ze helemaal geen functie meer in het gezin. Met name als een van de partners weg valt, merk ik hoe groot die leemte is. Bij de consulten op de praktijk, of de visites aan huis meet ik de bloeddruk, kijk de suiker na, maar vooral luister ik naar het wel en wee van de mensen. We worden heel vertrouwd met elkaar. Dat voelt goed. Maakt het ook gemakkelijker te bespreken waarom die bloeddruk die dag uit de pan stijgt. Zo ook bij mevrouw Visser. Haar bloeddruk is vandaag erg aan de hoge kant. ìMijn zoon komt de laatste tijd zo weinigî, zegt ze. ìWe hebben geen ruzie, maar zijn vrouw ligt me niet zo. Ze vindt dat hij al zo veel weg is, de uurtjes die hij over heeft wil ze hem graag bij zich hebben. Ik schiet er wat bij in!î We praten wat door. Dan komt de taxivergoeding ter sprake. ìU kunt dat aanvragen, nu u zelf geen auto meer rijdtî, zeg ik. Dan kunt u met die taxi helemaal naar uw zoon, zelfs buiten de stad. Is dat wellicht een mogelijkheid?î Dat opent een perspectief. ìHij belt me welî, zegt ze. Mijn schoondochter wil dat ik verhuis naar een verzorgingshuis, maar ik wil graag blijven wonen waar ik zit.  Zonder afhankelijk te worden. Als ik dat word heb ik geen keuzes meerÖî Het verzorgingshuis is aan het afbouwen. Bij ons in de buurt brengen ze het aantal kamer terug naar de helft. Ik zie steeds lege ruimtes, volgend jaar gaan ze verbouwen. Daarvoor in de plaats kan ik extra zorg aan huis inschakelen. ìIn het verzorgingshuis gaat u er niet altijd op vooruit. Blijf voorlopig maar wonen in uw gezellige huis. Als u extra zorg nodig heeft belt u ons maar! We hebben allerlei mogelijkheden.î Ik meet na het gesprek opnieuw haar bloeddruk. Die is gezakt. Ze staat weer op, en ik help haar in haar jas. ìBedankt hoor!î, zegt ze. ìIk heb weer zo heerlijk met u gepraat. Ik kan er weer even tegen!î 

 

Marieke van Schie,

4 maart 2007