Een kind voor Maria

 

Mijn praktijk ligt naast het Centrum voor opvang van Asielzoekers. Zij hebben een eigen huisarts. Maar soms komt het voor, dat een van de bewoners kenbaar maakt, dat zij een vrouwelijke arts wil hebben. Dat wordt dan gehonoreerd. Ik ontvang hen dan in mijn praktijk. Ze vallen niet op tussen de grote groep patiÎnten die afkomstig is uit andere landen. Zo zag ik Maria, een vrouw van achter in de dertig. Ze was met man en kinderen, een zoon en een dochter, naar Nederland gekomen. Gevlucht, eerst vanuit Iran naar ArmeniÎ. Later naar Wit Rusland, waar ze haar man had leren kennen, en toen verder gegaan naar Zuid Amerika. Daar kreeg haar man een groot politiek conflict met de regering, zodat hij weer vluchtte met zijn vrouw en kinderen in een container naar Europa. Toen ze buiten kwamen dachten ze dat ze in Spanje aan wal stapten. Maar niets was minder waar. Ze stonden in Nederland. Dat is nu bijna acht jaar geleden. Maria ging met haar gezin van opvang centrum naar opvangcentrum. In Leiden vluchtte haar dochter van huis, zo zat was ze het om altijd maar met zín vieren in een kleine ruimte te moeten bivakkeren. Ze ontmoette een mooie jongen uit Colombia, die haar taal sprak en haar het hof maakte. Voor de bijl ging ze, dolverliefd en zonder na te denken gaf ze hem haar hart en haar liefde. Dat liep fout af. Hij bleek in een drugs milieu te zitten, ze werd op een nacht in bed naast hem doodgeschoten. Haar ouders waren diep verdrietig, ze waren hun dochter kwijt, en begroeven haar bij ons op de begraafplaats. Maria treurde altijd, bracht bloemen en verzorgde het graf. Bij mij kwam ze haar verdriet delen, als moeder naar moeder. Veel kon ik niet doen, ik kon haar verdriet nauwelijks verzachten. Toen ze dreigde te worden overgeplaatst kon ik via vrienden een etage voor haar regelen. Zo kon ze in de buurt blijven in afwachting van de procedure. Haar  man vervreemde in die tijd van haar. Hij was somber en getraumatiseerd. Hoe moest het toch verder? Ze verdroegen elkaar nauwelijks. Hij ging door naar een volgend centrum, en zij reisde eens in de week om e stempelen. Toen kwam ze binnen en vertelde ze dat ze een nieuwe man had leren kennen. Uit het oosten van Nederland. Voor het eerst zag ik een lach op haar gezicht. Hij was dol op haar, en op haar zoon, die hij veel aandacht gaf. Samen tennissen, spelletjes spelen op de computer, niets was te veel. Maria werd zwanger van hem. Ze wisten niet hoe het verder moest, maar na zo veel jaren wachten leer je wel om in het nu te leven. Ze was een kind kwijt, maar nu kreeg ze van hem een kind terug! Ondanks het feit dat ze eigenlijk al op leeftijd was werd ze een stralende zwangere. Aaide liefkozend haar buik: de baby was de belofte van de toekomst!  Op een dag kwam ze me vertellen: ìIk ga verhuizen, we hebben een woning mogen lenen van kennissen, die een half jaar naar het buitenland gaan. Mijn zoon gaat mee. Ik zal hier alles missen, maar daar kan ik een nieuwe toekomst opbouwen, hoop ik!î Haar vriend was erbij, lachte en hield haar vast. ìIk moet het toch voor elkaar krijgen dat we wettig ons kind kunnen krijgen! Ik houd van haar. Ze kan niet scheiden, heeft na al die jaren nog steeds geen papieren, maar niets staat ons geluk in de weg. Ik ga voor ze zorgen, als we maar bij elkaar kunnen blijven!î Zo vertrokken ze naar hun nieuwe woonplaats. Ze belde zo nu en dan. Een dezer dagen krijgt ze haar kind. Haar zoon is gelukkig op zijn nieuwe school, is een goede leerling. Het wordt een jongen. Zal ze in ons land mogen blijven, nu er hoop is op een generaal pardon voor mensen in soort gelijke situaties? Ze zijn al zo geacclimatiseerd, dat opnieuw terug gaan naar Zuid Amerika of ArmeniÎ of Iran niet meer haalbaar lijkt.  Ik sprak een jonge collega van me, die van zijn vader uit Afghanistan vijftienduizend dollar had gekregen om naar het westen te gaan. Dat was zeven jaar geleden. Zijn hele familie moest vluchten uit Kabul. Zijn ouders verkochten alles en gaven hun kinderen geld om uit te zwermen over de wereld op weg naar een andere toekomst. Hij kwam via tussenstops in Nederland. De man die hem de grens over hielp vroeg waar hij heen wilde: Duitsland of Nederland. ìIk koos voor jullie land, vanwege de bloemenî, zei hij.îDuitsland had oorlog gehad, daar kwam ik vandaan, dat wou ik niet opnieuw.î Hij is goed terechtgekomen, is in opleiding tot specialist. Spaart steeds om zijn ouders te bezoeken die terug zijn gegaan naar Kabul. Maria heeft geen familie meer in haar thuisland, kunnen we haar en haar kind veiligheid bieden? Ik hoop het zo.

 

Marieke van Schie,

21 januari 2007.