Een bewogen leven.

 

ìIk moet volgende week weer naar de Arbo arts. Ben benieuwd, wat hij voorstelt. Ik heb wel op mijn map het woord WAO zien staan. Ik hoop zo, dat dit de laatste keer mag zijn. Als hij het me voorstelt hap ik direct toe!î  Mevrouw  Kordaat is negen en vijftig jaar. Ze is in de ziektewet. Je zou het niet zeggen als je haar op straat tegen komt. Goed gekapt, blond, sportief. Gaat drie keer per week naar de sportschool. Alle overtollig vet heeft ze er af getraind. Ze is getrouwd met Harry, hij is een jaar ouder dan zij. Ze hebben twee kinderen . Vroeger werkte ze in de huishouding. En je had aan haar een goede. Alles van de grond, en dan blonk het dat het een lieve lust was. Ze poetste het laatste stofje weg. Toen ze schouder klachten kreeg van het dweilen en boenen kreeg ze werk in een schoenenzaak. Daar had ze succes. Wist de mensen aardig te ontvangen, en maakte een goede omzet. Door een reorganisatie kwam haar baantje in de knel. Toen zat ze thuis. Vanaf dat moment zag ik haar regelmatig. ìVroeger zag je me nooit, maar nu ik tijd heb om na te denken komt alles naar boven! Ik was de jongste van vijf. We waren met drie meiden en 2 knullen. Ik heb toen mijn moeder ziek werd wat afgesjouwd voor ze, en ook voor haar. Ze ging vroeg dood. Ik was zestien toen ik zwanger werd. Zo ging dat immers? Ik was katholiek, wist niets van anticonceptie. Mijn eerste vriendje kwam uit dezelfde parochie. Ik was zwanger voor ik het wist. Mijn moeder schaamde zich, ik verpestte haar gezin. We trokken bij haar in, en ik kreeg mijn kind. Tussen mijn moeder en mijn vriend boterde het niet. Hij trok erop uit met vrienden. Samen naar de voetbal, en naar het cafe. Die kleine van ons huilde veel. Ik sliep nauwelijks, voelde me een vaatdoek. Hij kwam op een keer thuis om te vertellen dat het afgelopen was. Had een vrouw met drie kinderen leren kennen en trok bij haar in. Zo kwam hij weg bij mij en mijn moeder. Hij had er schoon genoeg van. Een half jaar later leerde ik Harry kennen. We wilden trouwen. Onze ouders hebben het tegen gehouden. Zo ging dat immers! Ze moesten toestemming geven. De dag na mijn een en twintigste verjaardag zijn we het gaan regelen. Eindelijk vrij, mijn oudste dochter was bruidsmeisje.  Harry was dol op haar, heeft haar altijd als eigen behandeld. Dír eigen vader keek niet naar haar om, maar wilde wel dat ze naar hem bleef heten. Gelukkig heeft ze de naam van mijn man gekregen. Ik werd weer zwanger, een droom in vervulling. Toen kreeg ik onze zoon. Sprekend Harry. Daar is hij blij mee. Maar de kinderen zijn voor ons allebei gelijk. We zijn nu al zo lang samen. Als we eens samen zitten denk ik: wat een bewogen leven! Als ik alles zou opschrijven is het net een encyclopedie. Maar we zijn er gekomen! Een ding lukt niet: ik kan niet meer slapen. Harry werkt nog. Gaat vroeg naar bed. Maar ik blijf op, ga televisie kijken, of een beetje surfen op internet. Om mijn gedachte af te leiden. Het gekke is, dat ik mijn familie nooit miste. Maar nu ik ouder ben, droom ik over ze. Ik word drijfnat wakker. Stom mens, denk ik dan. Je hebt het zo goed! Maar het maakt dat ik niet durf te gaan slapen.Spoken in de nacht. Heb je nog een slaappilletje voor me?î Een heel verhaal, en zo herkenbaar. De generatie van de zestigers hangen hun vuile was niet buiten. Ze hebben geleerd om in stilte te verwerken, vaak door er keihard voor te gaan. Hun ouders waren ook geen praters. Net na de oorlog had je wel wat anders te doen. Ze werkten aan de wederopbouw van Nederland, grote gezinnen. Kleine huizen. Je zat bovenop elkaar. Ruzies of conflicten werden in de kiem gesmoord, daar was letterlijk en figuurlijk geen ruimte voor. Toch was niemand ontevreden. Iedereen waardeerde de vooruitgang. De eerste televisie, een wasmachine, de centrifuge, alles wat het leven lichter maakte. ìEen aai over mijn bol heb ik nooit gehad. Mijn moeder lag vaak met hoofdpijn op bed. We moesten dan stil zijn, anders duurde die hoofdpijn nog langer. Maar aan de andere kant was mijn moeder erg blij met alles wat we voor elkaar kregen. Een diploma van de huishoudschool was nog wat waard. Ik heb er alles geleerd, en er een paar vriendinnen aan over gehouden. Wat hebben we op school gelachen. Vooral in de praktijklessen, als we leerden wassen en strijken, of koper poetsen met zand. Ik heb er nog lol van. Mijn dochter moest allemaal dingen leren waar haar hoofd niet  naar stond. Ze is een echte doener, en een beetje leesblind, net als ik. Was er nog maar zoín huishoudschool!î Ze is even stil, ik kom terug op haar slapeloosheid. ìWaarom kan je nou toch niet slapen? Waar denk je dan aan?î Ze schudt haar hoofd. ìIk wil er allemaal niet over praten. Het is voorbij, maar een leven lang knokken eist zijn tol. Ik wil er niet te veel bij stil staan. Had maar wat graag samen met mijn moeder in de stad wat gewinkeld of zo. Maar daar waren we de mensen niet naar. Ze was altijd bezig, wist van een dubbeltje een kwartje te maken. Maar even kletsen dat zat er niet in. Dat heb ik gemist. Ik kan het niet meer inhalen. Harry is een goede vent. Ik kan hem niet missen, hij doet alles voor me. Hij heeft net weer een nieuwe badkamer gemaakt, samen met mijn zoon. Als hij zit valt hij in slaap, altijd moe. Ik begrijp het wel, hij sjouwt wat af. Mijn dochter heeft het karakter van haar vader. Stug, al weet ik dat ze van me houdt. Ik natuurlijk ook van haar. Maar er zit toch altijd wat tussen. Hij is intussen dood. Gelukkig maar. Het leven bracht hem ook geen geluk. Ik heb twee kleinkinderen, ze wonen in Alkmaar. Als ik afgekeurd word ga ik wat meer naar ze toe. Ik maak een poppenhuis voor ze. Daar maak ik wat we nooit hadden: een droomwereld, zoals ik het ze had gegund. Dat leidt me af, en ben ik blij mee.îGeef me nou maar die pil, dan ben ik weer een maandje zoet!î Er is geen ruimte voor een alternatief. Praten met een psycholoog of maatschappelijk werk wil ze niet. Harry luistert maar zegt weinig terug. Toch is ze niet echt ongelukkig, zo lang ze maar bezig is. Daarom is de sportschool zo belangrijk, ze vergeet dan te piekeren. Ik zwicht en geef een recept mee voor een maand. ìAls ze op zijn zie je me weer, was even prettig, samen praten!î Daar gaat ze weer, met haar bagage.

 

Marieke van Schie,

Juni 2007.