Een vast aanspreekpunt in het ziekenhuis.

 

ìJebent zeker verrast me te zien?î, zegt Lois als ze bij me binnen komt.ìIk ben weer voor onbepaalde tijd naar huis gestuurd. De dokters in hetziekenhuis kunnen het niet eens worden over de risicoís van de geplandeingreep. Zoals je weet heb ik afwijkingen in mijn lever. Er zittengoedaardige gezwellen.  Die moeten verwijderd worden, maar dat brengtrisicoís met zich mee. De specialisten hebben meermalen met elkaaroverlegd, en ik ben zelfs helemaal nagekeken door de anesthesist. Ikmocht geopereerd worden, maar vlak voor de operatie kwam de zaalarts endie heeft me naar huis gestuurd.  Voorlopig is de operatie uitgesteld. Hebben ze jou gebeld?î  Lois is van mijnleeftijd, we kennen elkaar zolang ik deze praktijk heb. Ze heeft eenlange medische ervaring, door longproblemen kwam ze terecht in hetziekenhuis in Nieuwegein, dat in hartlongziekten is gespecialiseerd.Daar is ze ook geopereerd en nog steeds onder controle. Maar voor ditprobleem heeft ze op advies van de artsen daar de specialisten in onzeregio geraadpleegd. ìWat stoort je het meest aan de gang van zaken?î,vraag ik haar. Ze blijkt niet eens zo rauwig te zijn om het uitstel,maar vooral te lijden onder de slechte communicatie in het ziekenhuis.In Nieuwegein heb ik een vast aanspreekpunt.  "Zodra ik binnen ben weetik wie mijn specialist is, en die houdt ook de hele opname door contactmet me. Dat geeft  vertrouwen. Ik heb gemerkt,dat ik daar heel erg behoefte aan heb. Maar dat is de afgelopen tijdjuist zo mis gegaan. Vanaf het moment dat ik opgenomen was voelde ik meeen nummer. Ik heb zo veel verschillende mensen gezien, en geen vanallen konden ze me vertellen wat er zou gaan gebeuren. Mijn kamergenoothad een heel andere aandoening dan ik. Het was een jonge vrouw, die tehoren kreeg dat ze ernstig ziek was en niet meer beter zou worden. Ikheb uren met haar liggen praten. Je weet dat ik van huis uit psycholoogben. Gelukkig heb ik voor haar wat kunnen betekenen, maar dat hoorteigenlijk niet. De dokter heeft nog geen tien minuten aan haar bedgezeten. En er was niemand van de familie bij haar om het samen tehoren en te kunnen verwerken. Zelf heb ik steeds gevraagd wanneer ikmijn eigen specialist kon spreken. Die blijkt niet op de afdeling tewerken, ik moest me melden bij de zaalarts. Maar die was nietgeautoriseerd om beslissingen te nemen. Ik heb een heel erg onvoldaangevoel. Pas in juli mag ik terug komen op de poli, dan hoor ik verder.îEen heel verhaal. De kern is, dat Lois zich niet boos maakt over hetuitstel van haar operatie. Maar wel over de onduidelijkheden waarmee zenaar huis is gestuurd. Vroeger was er altijd een vast aanspreekpunt opde afdeling in de persoon van de hoofdzuster. Die wist alles van haarpatiÎnten. Als er iemand werd opgenomen kwam ze even aan het bedzitten, en vroeg hoe het met de patient ging. Ze vroeg naar de medischesituatie, maar vooral ook naar het thuisfront, dat achter bleef. Wasalles wel goed geregeld, want dat was heel belangrijk voor hetopknappen van de patient. Verder informeerde ze naar de dagelijksedingen: wist of de patient goed at en dronk, de ontlasting, de urine,en de bloedwaarden. Als de dokter zijn ronde ging doen, bespraken zevooraf de problemen, en liepen dan gezamenlijk langs de bedden. Naafloop stapte ze vaak nog even binnen om een en ander toe te lichten.Bij de koffie hoorde ze van de verpleegkundigen hun wel en wee, en ookwelke zorgen ze hadden over de patiÎnten die aan hen toevertrouwdwaren. Helaas is de ouderwetse hoofdzuster verdwenen uit deziekenhuizen. Ze is vervangen door het teamhoofd, dat steeds wisselt.De patient weet welke verpleegkundige die dag voor hem of haar zorgt,maar mist een vast aanspreekpunt op de afdeling. Ook voor de huisartsdie de patient bezoekt is het soms een doolhof. Ik vraag zelf altijdaan de secretaresse aan de receptie naar wie ik kan vragen. Dan wordtde verantwoordelijke van het moment opgezocht, die zich vaak net heeftverdiept in de aan haar toevertrouwde patient. Lois heeft na hetgesprek met mij een brief geschreven aan het ziekenhuis met al haarvragen, en die aan mij laten lezen. ìIk ben er echt door opgeknaptî,zegt ze. ìHet geeft me een goede voorbereiding op het gesprek met mijnspecialist. Uiteindelijk moet ik vertrouwen in hun medisch teamterugkrijgen, voor ik het aandurf om me te laten opereren!î

 

Marieke van Schie

11 juni 2006.