Een bakerpraatje.

 

Markis bijna 2 jaar. Hij zit met zijn moeder in de wachtkamer. Terwijl ineen voorgaande patient aan het helpen ben, hoor ik een oorverdovendeherrie. Ik vraag of ik even zijn verhaal mag onderbreken, en bel mijnassistente. ìKan je even kijken in de wachtkamer? Ik kan hier bijnaniets verstaan?î. Ze gaat er iets aan doen. Even later keert de rustdaar weer, en hoor ik in de tuinkamer, die we gebruiken om koffie tedrinken hetzelfde geluid. Nu hebben wij er last van maar hebben deandere Patienten tenminste de tijd om rustig hun tijdschrift te lezenin afwachting van hun consult. Dan kan ik ze binnen roepen. Jenny, demoeder van Mark, is ten einde raad. Mark rent naar binnen en begintdirect met de garage in mijn spreekkamer te spelen. ìNu is hij rustig,maar ik weet het ook niet meerî, zegt ze. De hele nacht is hij aan hetklieren, zijn vader is al op de bank beneden gaan slapen. Die moet omzes uur op. Maar ik heb nog een meisje van zes, die ligt nu te slapen,is ook de hele nacht wakker. Ik weet me geen raad!î. Ik informeer ofMark hoest, koorts heeft, last heeft van zijn oren? Niets van datalles, hij huilt als hij naar bed moet. Komt niet tot rust. Terwijl zehaar verhaal houdt trekt hij de aandacht van zijn moeder en zet hetweer op een brullen als ze niet direct reageert. GeÔrriteerd staat zeop en pakt hem beet bij zijn arm en trekt hem omhoog.îEn nu zal jeluisteren!î, zegt ze zonder veel overtuigingskracht. Hij luistert nieten ontglipt haar opnieuw. Hoe is het mogelijk, zoín klein kind en nu alzijn moeder de baas. ìIk kan het niet meerî, zegt ze huilend. ìEr moetiets gebeuren!î  En terecht, het gezin is algemeld bij het meldpunt kindermishandeling. Vader heeft zijn handen aleens gebruikt in zijn wanhoop, en daar is actie op ondernomen. Ik belde kinderarts van het naburig ziekenhuis en vraag of hij mee wildenken. Is er een spoedconsult mogelijk? Hij zwicht als hij het verhaalhoort, te meer daar het AMK, meldpunt kindermishandeling, eerder isbetrokken bij dit gezin. ìIk kijk of ik een time-out kan aanbieden enhet kind een paar dagen in observatie kan opnemenî, stelt hij voor. Ikhaal opgelucht adem, de stoom is even van de ketel. Wat is er met ditkind aan de hand? Zijn ouders zijn te moe en te weinig in gesprek omsamen beleid te maken in de opvoeding van hun kinderen. Samen komen zeer niet meer uit. Mark is kandidaat om zich bij de groep onhandelbarekinderen te gaan scharen, met wie we steeds meer te maken krijgen. Geenorde en rust in het gezin. Vaak start alles zo optimistisch enliefderijk. Maar een cursus opvoeden heeft geen ouder gevolgd. Vaakkomt alles voort uit mateloos veel houden van het kind en het dus nietbegrenzen, weinig regels. De ouders voegen zich naar het kind, en danis plotseling het moment voorbij waarop ze hun grenzen nog kunnenaangeven. En komt de machteloosheid en het verdriet. Het kind isnauwelijks in staat op een sociale manier contact te leggen, enprobeert door dwingend gedrag toch zijn zin te krijgen. Andereleeftijdsgenootjes, die wel geleerd hebben om te geven en te nemenontwijken zoín kind, waardoor het eenzaam wordt en boos. Daar begint devicieuze cirkel. De ouders gaan nog meer hun best doen het kind tetroosten, en isoleren het verder. Een oplettende consultatiebureau artsof leerkracht op school kan het probleem signaleren en hulp aanbieden.Maar dat vergt een rolverandering van ouders en kind. Mark is pas tweejaar, hij heeft gelukkig nog kansen. Later in de middag belt dekinderarts. ìIk heb hem weer naar huis moeten laten gaan, hij ontsnaptesteeds van de afdeling af. Een lief kind, maar een donder! We hebbenafspraken gemaakt om met moeder rond de tafel te gaan zitten om eenoplossing te zoeken. Misschien een speciaal kinderdag verblijf, dat hencoachen kan bij de opvoeding van Markî. Ik bedank hem, er gaattenminste wat gebeuren. Diezelfde week kom ik een moeder uit Afrikategen. Ze heeft een kindje bij zich van een jaar, dat ook huilt. Eerstgeeft ze het een flesje drinken, dan legt ze het even apart, om tekijken of het gaat slapen. Niets helpt. Dan gaat ze even weg en komtterug, de baby op de rug, gebakerd in een grote Afrikaanse omslagdoek.Alleen het koppetje steekt erboven uit, de baby slaapt. Terwijl ze zitte wachten schommelt ze heen en weer, de handen vrij. Wat een toonbeeldvan rust. Bakeren blijkt bij huil babyís goed te werken, ze worden errustig van. Deze moeder heeft dat nog niet verleerd. We kunnen veelopsteken van oude wijze rituelen.

 

Marieke van Schie.

15 april 2006.