fictieve herinneringen

Meneer Jaap is hovenier, altijd op zijn knieÎn aan het werk geweest. "Als ik de trap in mijn huis oploop, is het alsof ik Marley's ghost  hoor", zegt hij spottend."En dat ze kraken is nog niet het ergste, maar ze doen ook zo'n pijn, met name als ik in bed lig". Pijnstillers en ontstekingsremmers helpen maar gedeeltelijk, dus verwijs ik hem voor een uitgebreid onderzoek naar de orthopeed. De diagnose is duidelijk: coxartrose, oftewel slijtage aan zijn knie. Kortgeleden kwam hij aan de beurt voor een knie vervangende prothese. Hij was goed voorbereid: opereren, en dan een aantal weken naar een verzorgingshuis, om te revalideren, en extra zorg te krijgen. Want meneer Jaap is alleen. Zijn dochter is met zijn vrouw meegegaan, toen ze gescheiden zijn,en heeft hem nog een enkele maal bezocht. Ze is weg gebleven, waarom is hem nooit duidelijk geworden. "Ze kiest voor mijn ex-vrouw", zegt hij verdrietig maar berustend. "Zo gaat dat nou eenmaal, moeders en dochters staan nou eenmaal dichter bij elkaar". Ik blijf het een raar verhaal vinden. Vaders en dochters hebben toch ook een band? Op een dag spreek ik een collega. "Het is toch wat, ik heb een jonge vrouw gesproken, die er achtergekomen is dat ze waarschijnlijk misbruikt is door haar vader. Ze was aan het bevallen, en die bevalling vorderde niet. Toen vroeg de verloskundige  of ze soms nare seksuele herinneringen had. Niet dat ze wist, maar de verloskundige heeft haar aangeraden eens goed na te gaan of er misbruik in haar vroege jeugd geweest was. Ze denkt nu dat het misschien haar vader is geweest, en gaat in therapie". Als ik de naam van die jonge vrouw hoor, ben ik verbijsterd. De dochter van meneer Jaap. Ik ken hem al jaren, het lijkt me uiterst onwaarschijnlijk dat dit klopt. Nu begrijp ik wel waarom zijn dochter hem ontwijkt. Ze loopt met een loden last. Fictieve herinneringen, of klopt het toch? Hij kan zich niet verweren, tast in het duister wat er aan de hand is. Het zou niet de eerste keer zijn, dat zo'n duiding op een misverstand berust. Meneer Jaap verhuist na de operatie met zijn nieuwe knie naar een plek in het verzorgingshuis. Daar laat hij zich verwennen.Als ik hem opzoek om de hechtingen te verwijderen straalt hij van alle aandacht. "Het is hier geweldig, ik heb elke dag aanspraak!" Hij heeft injecties fraxiparine tegen de trombose. "Loopt u wel genoeg, meneer Jaap?", vraag ik. "Dokter, laat mij maar schuiven! Ik heb het best zo. Eenmaal thuis moet ik alles weer zelf doen!" Zijn herstel verloopt voorspoedig. Na acht weken is hij thuis, en scharrelt weer rond. Dan komt hij een week of twee later op het spreekuur. Duidelijk kortademig. "Ik heb zo'n  last van benauwdheid", zegt hij. Vooral als ik ga liggen. Ik luister, het klinkt  niet goed, hij kan nauwelijks een zin afmaken. Dus bel ik de longarts op, die hem met spoed ziet. Aanvullend onderzoek wijst uit, dat hij multipele long embolieÎn heeft in zijn longen. Toch te veel gezeten, er zijn stolsels uit zijn benen geschoten, zijn vaten waren al niet best. Hij wordt met spoed opgenomen in het ziekenhuis. Direct antistolling, eerst via het infuus, en dan met tabletjes. Ook nu houdt hij goed moed. "Ik red het heus wel weer", zegt hij."Uiteindelijk wil ik nog verder, ik zou mijn dochter zo graag nog eens zien. Ze heeft nu een kindje, heb ik gehoord." Deze tijd tussen kerst en oud en nieuw ligt hij in het ziekenhuis, waar hij veel aandacht en zorg krijgt. Ik ben blij voor hem, dat hij deze dagen niet alleen hoeft te zijn. En ik hoop, dat zijn dochter hem nog eens op durft te zoeken om haar probleem met hem te bespreken. Dan komt er hoop ik weer een toekomst voor hen samen.