Amerikaanse toestanden.

 

Morgen ga ik met vakantie, ik besluit mijn post nog even kritisch door te nemen, en de brieven te selecteren die geen uitstel dulden. Vol goede moed begin ik, en probeer naar eer en geweten de belangen van mijn patiÎnten te behartigen. De eerste brief vraagt informatie over een jonge man, die een huis gekocht heeft.  In de vragenlijst heeft hij vermeld, dat hij in zijn jeugd bronchitis heeft gehad. De medisch adviseur vraagt  nadere informatie: gebruikt hij nog inhalatie medicatie? Hoe is zijn longfunctie? Heb ik hem recent nog gezien? Ik zoek zijn gegevens op, trek ook zijn dossier van de vorige huisarts uit de kast en kan niets terug vinden. Ik bel hem op.  ìMet Teunî. ìGoede avond, het spijt me dat ik stoor. Ik moet informatie over u verstrekken, maar kan niets terug vinden in uw dossier. Weet u ervan, en kan u me helpen?î  Teun is allervriendelijkst, ook hij vindt het erg vervelend, dat ik lastig gevallen word met deze toestand. ìEr is niets meer met me aan de hand, tot mijn twaalfde jaar had ik last van astma, maar sinds ik aan zee woon is alles verdwenen als sneeuw voor de zon!î   We lachen  even samen, en ik beloof hem de informatie per omgaande op te sturen. Zijn financiÎle situatie hangt ervan af. Wie realiseert zich nou, dat de huisarts een rol speelt in zoín verhaal? De volgende is een brief met de vraag om informatie over Karel, een jonge man, die aangereden is door een brommer, en met zijn fiets gevallen is. Hij heeft zich de volgende dag gemeld met wat builen en schaafwonden, had ook een verzwikte voet. Ik heb het allemaal opgetekend, lees mijn aantekeningen nog eens door. Wat vraagt de advocaat in zijn brief: ìWaarmee heeft mijn cliÎnt zich gemeld? Heeft hij uitzicht op blijvend letsel? Hoe lang is hij arbeidsongeschikt? Heeft u brieven van behandelend specialisten?îNiets van dit alles, maar ik beantwoord alle vragen zorgvuldig, hij is drie keer geweest; heeft zich uiteindelijk niet meer laten zien, is waarschijnlijk gewoon aan het werk gegaan. Dan de volgende brief. Een patiÎnt met ondergewicht, ze is op hoge leeftijd. Omdat ze wat extra versterking nodig heeft heb ik pakjes met eiwitrijke voeding aangevraagd. Ook hier vraagt de adviseur waarom dit wel nodig is, wat is de indicatie, hoe lang gaat ze het gebruiken, hoeveel per dag? Ik denk aan die flinke dame op leeftijd, die zo haar best doet, maar moeilijk eet. Ze heeft het nodig, maast haar dagelijks eten, om weer op krachten te komen. Dus ook dit formulier vul ik in. Een advocaat is al maanden bezig om zijn cliÎnt ñ zoals hij mijn patiÎnt noemt ñ te steunen in haar strijd tegen de dreigende uitzetting uit de WAO. Hij vraagt het hele medisch dossier op. En dat is nog al wat. Als het heel duidelijk zou zijn wat ze mankeert, zou haar dossier ook niet zo hoeven te groeien. Maar ze is ten einde raad, en de specialisten en ik ook. Onduidelijke klachten verhinderen haar te werken, een onduidelijke diagnose belemmert haar uitkering. En daardoor voelt ze zich verlaten en bedrogen. Ik ben haar strohalm, en de advocaat steunt haar in haar strijd. Twintig kantjes kopiÎren we, en de vragen tracht ik zo goed  als het gaat te beantwoorden. Dit is de vierde keer, dat er inlichtingen gevraagd worden. Het is een moeilijke zaak, elk woord moet ik wegen op een gouden schaaltje. ìIs dit nou echt mijn werk?î, denk ik terwijl de uren voorbij vliegen. Het zijn haast Amerikaanse   toestanden, ik zou als iemand op het spreekuur komt alles tot in de finesses moeten noteren om deze vragen te kunnen beantwoorden. Het gaat vaak niet om genezen, maar om het registreren van onrecht, of letsel, om een uitkering aan te kunnen vragen. Ik weet de oplossing niet, maar dat het anders zal moeten staat voor mij vast. Op de gang ontwaar ik twee buitenlandse mannen. De een tolkt de ander. Er is een familietwist geweest, hij heeft builen op zijn hoofd, een piepklein wondje aan de lip en een kapotte bril. ìKan u de papieren van de politie invullen?îIk vraag wat er dan wel gebeurd is: hij is in scheiding, wilde zijn kind meenemen, maar de broer van zijn vrouw verdedigde de familie eer. Hier ligt een heel drama achter. Ik onderzoek zijn kwetsuren, noteer alles op het registratieformulier, maak een kopie om te bewaren en overhandig de spullen. ìEn zijn bril?î, vraagt zijn vriend. Daar kan ik niets mee, dat is niet medisch. ìDan ga ik naar mijn advocaatî, zegt hij als ze vertrekken.

 

Marieke van Schie,

10 oktober 2004.